Eerst een paar cijfers en feiten over zijde.
- Zijde wordt geproduceerd door de zijderups. Er zijn een aantal variëteiten zijderupsen (ook wel zijdespinners genoemd), waarvan de ‘bombix mori’ de beste kwaliteit zijde levert. Zijde is eigenlijk niets anders dan de draden waarmee de rups zich inpopt in een cocon. De lange draad die direct van de cocon kan worden afgewikkeld wordt filament-zijde genoemd.
- Voor 1 kilo filamentzijde, zijn meer dan 6 kilo cocons nodig. Daarvan kunnen vijf tot zes shirts worden gemaakt.
- Anders gezegd: er is ruim 1 kilo cocons nodig om 1 shirt te kunnen maken
- Voor een kilo filamentzijde zijn ongeveer 3000 cocons en rupsen nodig.
- Die 3000 rupsen doen gedurende dertig dagen niets anders dan eten. Onafgebroken. Het menu is weinig afwisselend: ze eten alleen moerbei-blaadjes. Samen verorberen de rupsen ongeveer 104 kilo moerbei-blaadjes.
Er zijn dus ook heel wat moerbeistruiken nodig om die rupsen te voeren. Doorgaans worden daar speciale plantages voor aangelegd, zeker in China dat met een jaarlijkse productie van meer dan 125.000 ton veruit de grootste producent is van ruwe zijde. Vier keer per jaar worden de moerbeistruiken volledig kaalgeplukt om de rupsen van voedsel te voorzien.
Het biologische zit hem in het voer van de zijderups: de moerbeibomen worden biologisch geteeld.
Nou horen we u bijna denken: waar hebben we het eigenlijk over? Hoe belangrijk is dit?
Onze leverancier van biologische zijde onderstreept echter het belang van biologische teelt: “Natuurlijk is er een nauwe relatie tussen de kwaliteit van de vezel en datgene wat de rups eet. Zijderupsen zijn als het ware omgezette moerbeiblaadjes. Als ze alleen de beste kwaliteit blaadjes eten, heeft dat ongetwijfeld een directe uitwerking op het eindproduct.”
De moerbeiplantage van onze leverancier Alkena ligt in het westen van China, in de provincie Szechuan. Het is een bergachtige streek, in de uitlopers van het Himalaya-gebergte, en grenzend aan Tibet. De hoogste toppen reiken hier toch nog tot boven de 4000 meter. Ter vergelijking: de Mont Blanc is ongeveer 4800 meter hoog. De moerbeiplantage ligt in een dal, hoger in de heuvels zijn bamboebossen waar nog pandaberen leven.
Die plantage bestaat uit maar liefst 600.000 moerbeistruiken. Een monocultuur dus, erkent ook Alkena. “Het was van meet af aan duidelijk dat een goed evenwicht alleen maar gecreëerd kon worden door biologisch-dynamische landbouw.”
Behalve de moerbeistruiken zijn er nog honderden fruitbomen geplant, evenals 5000 andere boomsoorten waar vogels in kunnen nestelen, voor schaduw en tegen de wind.